vrijdag 29 april 2011

Hoe meer je weet, hoe meer je ziet.

Deze tekst verschijnt in zomereditie van de Bres, het blaadje van het IVN-Vechtplassen...

Wij, natuurvorsers, natuurgidsen en natuurliefhebbers weten het allemaal: hoe meer je weet hoe meer je ziet. Neem nou vogels. Voor veel mensen houdt het daarmee op. Die zien ze vliegen en zeggen: “dat zijn vogels”. Sommigen komen iets verder en zien iets meeuw-achtigs in de vogel: “ze lijken wel wat op kleine meeuwtjes”. “Is het geen stern?” Kijk, daar hebben we iemand die vast eerder mee is geweest met een excursie of die vroeger met opa heeft gevogeld. En wij, natuurkenners kunnen dan bevestigend antwoorden: “ja, dat is een stern, een vrij zeldzame, het is namelijk een zwarte stern”. En bij vele van ons (in ieder geval bij mij) is dan het hek van de dam. Dan komen de verhalen over het algemeen voorkomende poldervogeltje van vroeger, over de aankomst van de zwarte sterns halverwege april, over krabbescheer en de rovende snoeken en over de enerverende broedvlotjesvergaderingen. Die kennis maakt van een gewoon vogeltje een bijzonder vogeltje.
En dat kan met alle vogeltjes. Maar ook met de plantjes en andere diertjes, met mossen en mensen, met het landschap en haar gebouwen. Eigenlijk zou je alles over alles moeten weten, dat zou een oneindig interessante wandeling worden! Maar hoe kom je aan de benodigde informatie? Dat kan via de her en der geplaatste informatieborden. Maar zoals u wellicht weet ben ik daar geen voorstander van. Het probleem met deze informatieborden is vaak dat ze precies voor datgene worden geplaatst waar ze u over willen informeren. En daarbij komt dat ze vrij snel na de onthulling al worden opgenomen in de natuur. Letterlijk, omdat na een jaar al de eerste korstmossen bezit nemen van de randen van het bord en van daaruit in gesloten gelederen de rest van het bord over trekken. Machtig interessant, maar daarover staat dan weer niets op het informatiebord!
Je kan er ook voor kiezen om een IVN-gids of desgewenst een polderwachter mee te nemen tijdens de wandeling. Die weten vaak meer dan de doorsnee wandelaar en zijn er in getraind om hun kennis op een goeie manier over te brengen op de luisteraar. Zij weten dus meer, maar ook nog lang niet alles. Bijvoorbeeld de korstmossen zijn niet voor alle gidsen gesneden koek. Voor de diepgaande informatie over dit oppervlakkig samenwerkingsverband hebben zij vaak een veldgidsje in de rugtas. Sowieso handig die veldgidsjes, dus de ware informatiezoeker neme mee: een vogelgids, een flora-gids, een fauna-gids, een historisch naslagwerk, het uiterst informatieve boek ‘boeren toen en nu’ en voor het leuke de polderwachtergids. Kortom, u zeult met een complete bibliotheek door de polder. Da’s niet handig.
Maar hier is de oplossing! Als ik op het schoolplein sta en mijn telefoon gaat over (ik heb zo’n hippe smartphone) zie ik tien mensen naar hun broekzak grijpen. Dat betekent dat zij er ook een hebben en dat zij ook allemaal de gratis QR-code app kunnen downloaden en installeren op hun telefoon. En daarmee is alle informatie beschikbaar die je maar wenst. Een QRcode is niets anders dan een streepjescode, alleen dan in blokjes (dus toch iets anders) waaraan een website is gekoppeld. Zo heb ik onderhand al een tiental polderwachterverhaaltjes in het landschap gehangen, gewoon aan een bankje in de polder. Je gaat zitten, scant de code en beluistert het verhaal. Zo geeft de polderwachter geheel uit zicht inzicht in uw uitzicht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten