donderdag 31 maart 2011

Lente

En u dacht dat de deur van uw auto gewoon het geluid van een autodeur maakt. Mis dus. Het geluid van een autodeur wordt ontworpen door geluidskunstenaars. Een goede autodeur ploft dicht, hoorbaar sluitend, zeker en vast. En dat geluid kan je maken. Met een folietje hier en een rubbertje daar. Een deur is pas een deur als hij het geluid maakt van een deur.
Ik was laatst in de polder met een schoolklas. Ik mocht ze wegwijs maken in de weidevogels. Over wat wij mensen allemaal moeten doen en laten om het de vogels naar de zin te maken: wel mest uitrijden want dat is goed voor de bodemdiertjes, het voedsel van de weidevogels. Maar niet te laat want dan rijd je de nesten stuk. Wel gras maaien want de weidevogels hebben graag uitzicht, maar niet te kort want dan kunnen ze zich niet verstoppen en ook weer niet tussen 1 april en half juni als ze op hun nest zitten. En zijn de nestmarkeringen nou handig voor de boeren zodat ze weten waar ze niet moeten maaien, of zijn ze handig voor de kraaien, eksters en ooievaars omdat die dan precies weten waar ze hun eten kunnen vinden?
Toen vroeg een jongetje: “maar waarom doen we dat eigenlijk? Waarom al die moeite voor een vogel die in geen enkel receptenboek voorkomt? Waarom al dat geld uitgeven als we eigelijk nog steeds niet weten hoe zij hun bedje precies gemaaid willen hebben"? In eerste instantie kwam ik met het zwakke argument dat het onze morele plicht is. 80 Procent van de grutto's broedt in Nederland, wij moeten dus zorgen voor een mooi opgemaakt bedje in een vijfsterren slaapkamer. Die morele plicht voel ik, en ik denk nog een handvol vogelaars met mij, maar het gros van onze landgenoten zal het een worst zijn waar de grutto broedt. Maar op de fiets naar huis hoorde ik het goede antwoord. Over de Hollandse kade met de kievitten en grutto’s scherend over mijn hoofd en een voorzichtig lentezonnetje in de rug dacht ik: het is weer lente. Lente is pas lente als de weidevogels het roepen.
Ik help u nog even op weg om dit lentegeluid te duiden. Gelukkig maken de weidevogels het ons erg makkelijk: ze roepen hun eigen naam. Zo is een [kie-wiet-kie-wiet] een kievit, een [tureluur-tureluur-tureluur] een tureluur en roept de scholekster... Nee, niet [scholekster-scholekster], wij noemen hem thuis altijd de bonte piet. Dat roept hij wel, het achterste stukje dan [tepiet-tepiet-tepiet] En dan mis ik er nog een: de grutto. Ik heb het vermoeden dat er daarbij ooit iets is misgegaan. De samensteller van de vogelgids heeft hier even niet op zitten letten. Hij heeft de grutto abusievelijk [grutto-grutto-grutto] laten roepen, maar dat klopt niet. Als u goed luistert zult u horen dat de grutto eigenlijk de to-grut zou moeten heten want hij begint altijd met het roepen van het laatste stukje van zijn naam [to-grut-to-grut] luister maar naar de lente...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten